De Stelling: 'Het onderhoud van golfbanen moet meer gericht zijn op het spel van amateurs'

ARTIKEL

Wijnand Meijboom, woensdag 27 september 2023

219 sec

Dit is de eerste editie van de nieuwe rubriek De Stelling van dit vakblad. In deze rubriek mogen elke keer diverse belanghebbenden reageren op een prikkelende stelling. De eerste stelling luidt: het onderhoud van golfbanen moet meer gericht zijn op het spel van amateurs. Op ons verzoek reageren Jannes Landkroon, voorzitter van de NGA, Marco Blom, Greenkeeper of the Year 2022 en golfbaanarchitect Alan Rijks. Er zijn ook diverse aannemers benaderd om een reactie te geven, maar die wilden of konden dat niet doen.

Marco Blom, Greenkeeper of the Year 2022

'Niet klagen over onderhoud zonder kennis van zaken'

Op de vraag of golfbaanbeheer in Nederland gericht is op amateurs, zou ik een lichte nuance willen geven. Ik denk dat het beheer op golfbanen zeker gericht is op topsport en dat wij over het algemeen een hoog niveau van beheer kunnen presenteren, maar dat het wel door een leek (amateur, buitenstaander, ondeskundige) wordt beoordeeld. En daar zit een groot verschil tussen.
Het niveau van de Nederlandse golfer zal variëren per club en heeft een bepaald percentage beginners en een bepaald percentage lage handicappers. Per club verschillen deze percentages, maar mij is de afgelopen 30 jaar opgevallen dat vooral de spelers met een lage handicap klagen over de kwaliteit van het onderhoud, met name op de greens. Zonder kennis van zaken krijg je een leek die dan een subjectieve mening over de baan en 'het onderhoud' geeft. Door meten en gebruik van data is dit objectief te maken.
Zoals in de Regels van de R&A staat, moet een baan worden gespeeld zoals deze er ligt, afhankelijk van het weer en de seizoenen. Ook moet je de bal spelen 'zoals hij ligt'. Hierover wil nog wel eens een uitlating richting de greenkeepers worden gedaan, als de behaalde score niet overeenkomt met de handicap. Een greenkeeper is vaak een gepassioneerd natuurmens die vaak ook nog wel een aardig balletje weet te slaan. De bakker die geen brood eet, is geen goede bakker, zeg maar. Andersom zijn er weinig spelers die zich verdiepen in de kennis en kunde die er nodig is binnen de uitdagingen van het greenkeepersvak en hebben wij te maken met leken. Of dat nou het uitvoeren van je werk met rondvliegende golfballen is of veranderende budgetten en wetgeving of personeelstekorten, als de baan er niet goed bij ligt, heeft de greenkeeper het gedaan ...
Denk hier eens over na als het binnenkort 'Thank a Greenkeeper-day' is op 12 september 2023.

Jannes Landkroon, voorzitter NGA

'Vind een middenweg'

Dit is een veel gehoorde stelling die de laatste jaren populair is geworden. Het belangrijkste is dat men onderhoudt voor een golfer en niet voor de golfbaan of het gras. De golfer is onze doelgroep. Het idee dat je je het beste kan concentreren op de wensen van de matige golfer, komt natuurlijk door het feit dat dit de grootste groep is. Deze brengt dus de meeste centjes in het laatje.
Uiteraard klopt dit, maar die vlieger gaat niet helemaal op. Een golfbaan onderhouden voor de matige speler zal een goede speler niet uitnodigen, waardoor deze categorie wegblijft. Ook zal deze baan de matige golfers niet stimuleren om betere golfers te worden. En we weten dat betere golfers blijven beklijven. De andere kant op: een baan die prettig is voor de goede golfer hoeft niet per se vervelend voor de matige te zijn. Qua onderhoud heb je het toch vaak over maaihoogtes. Doorgaans hebben goede spelers liever kort gras voor clean contact en matige wat meer gras, zodat ze er makkelijker onder kunnen. En op greens is stimp 10 of hoger te lastig voor de een en 8 of lager lastig voor de ander. Ik denk dat hier best een middenweg te vinden is die voor beide past. En vergeet niet dat wij het unieke voordeel hebben van HCP-verrekening, iets dat ze in andere sporten nauwelijks kennen.

Alan Rijks, golfbaanarchitect en E.I.G.C.A. member

'De golfspeler zal zich ook moeten aanpassen en accepteren dat niet elk seizoen van het jaar de golfbaan hetzelfde is'

De eerste vraag zal ook moeten zijn: wie is de gemiddelde amateurgolfer? Daar zit zo'n groot verschil in dat je deze vraag heel moeilijk kunt beantwoorden. Als ik kijk naar mijn eigen handicap 4.6 en de verwachting van een goede golfbaan voor mijn golfspel, dan ligt mijn ambitie hoger dan van een hoge handicapper met misschien handicap 27, die al tevreden is met een mooie droge dag en gezellig buiten zijn met vrienden.
Het belangrijkste in mijn reactie op de stelling is de vraag: in welk seizoen van het jaar sta je op de golfbaan? Is dat in het begin van het nieuwe jaar, dan speel je namelijk op gras dat nog in oktober/november is ontstaan van vorig jaar. Want in januari, februari, maart en half april ligt de grasmat in ruste. (De golfcompetitie is eigenlijk in het verkeerde seizoen.) De nieuwe grasmat begint weer te groeien in het nieuwe jaar in de maanden april, mei of juni. Dan kunnen de greenkeepers de golfbaan langzaam mooier maken en presenteren aan de spelers. Daarna komt de zomer, de moeilijkste periode, met warmte en beperkingen op het gebruik van beregeningswater. Want als de natuur geen regenwater geeft in de zomer, liggen de golfbanen er heel matig bij. Daar kunnen de greenkeepers heel weinig aan doen. De beste en mooiste periode is eigenlijk de nazomer en begin herfst, dan heeft de bodem een goede temperatuur en zijn er weer regenval en goede grasontwikkeling.
Begin jaren tachtig hadden veel golfbanen geen beregeningsinstallatie op de fairways en zagen veel golfbanen er droog uit. Wij wisten niet beter en je paste je golfspel aan de ontstane situatie aan. Doordat de televisiebeelden Amerikaanse golfbanen lieten zien, die er groen uitzagen in de zomer, is dat ook hier vaak een standaard geworden op veel golfbanen. We zullen ons moeten aanpassen per seizoen, nieuwe grassen ontwikkelen, andere vormen van beregening ontwerpen met sensoren in de golfbaan om te bepalen waar wel of niet beregend gaat worden. Zo zijn er nog veel meer elementen die nu ontdekt worden en in de toekomst vanzelfsprekend zijn. De golfspeler zal zich ook moeten aanpassen en accepteren dat niet elk seizoen van het jaar de golfbaan hetzelfde is. Klagen zullen we nooit afleren, maar het spel 'golf' zal nog heel lang blijven bestaan in welke vorm dat ook mag zijn.
Waarschijnlijk krijg je enkele banen die geschikt zijn voor grotere nationale of internationale wedstrijden, waar onder andere de grondsoort, waterbeheersing, milieuaspecten, (parkeergelegenheid/openbaar vervoer) en geluidsoverlast optimaal zijn uitgerust en geaccepteerd. Of men kan alleen maar golf gaan zien voor de televisie in 3D, op je mobiel of met een VR-bril. Waar gaat het heen?

REACTIES

Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie